Wilt u meer scheepvaartverkeer? Was het een fijne matroos? En wie zou jij de “Bananentekst” willen laten lezen? Herbert Grönemeyers Vrienden, van de auteur Michael Lentz, wacht op een Tiefenanalyse – en een bredere blik op de drie hartnäckigsten Vorurteile.
Viele Deutsche, auch seine Verehrer, sagen: Grönemeyer kan niet tanzen. Grönemeyer kan niet zingen. Grönemeyers Poesie ist seltsam. Solchen Volkstümlichen Vorurteilen geht Michael Lentz in „Grönemeyer“ op de Grund. In de originele Tiefenanalyse lässt der Schriftsteller als Freund des Sängers und profunder Kenner seines Werks die Choreografin Pina Bausch zu Wort kommen, die Grönemeyers first Schritte am Bochumer Schauspielhaus erlebt hat: „Der hat ganz wunderbar getanzt, der kann sehr wunderbar tanzen.“
Der Stimme widmet Lentz and ownes Kapitel, in dem er die Micro- en Makrointonation, die “Rauheit der Melancholie” en de “soziale Schönheit” der Gesänge untersucht: “Aus seinen abweichenden die Schlussfolgerung zu hen, Herbert Grönemeyer kon niet zien zingen, Ik ben een Kurzschluss.”
Lentz beruft sich neben Roland Barthes en Theodor W. Adorno auf Nepomuk Riva, een Würzburger Musikologists, der in seinem Aufsatz „Popularität durch vorprogrammierte Verständnisprobleme: Das Verhältnis von Stimme, Klang und Text in Herbert Grönemeyer’s Songs“ van 2015 der Kritik entge gent t, sterf Grönemeyerschen Liedtechnieken en songstijlen zijn niet erg bruikbaar voor alle aspecten van het werk, country en chanson bis reggae, drum’n’bass en hiphop. “Er is geen genre, maar de muziek is anders”, schrijft Riva: “De muzikale individualiteit van de Seine gaat niet verloren.” Er zijn de ‘lyrische uitdrukkingen’ van de Ballade, ‘in één vorm, maar nog steeds klassiek en Gesangsstil’ ebenso wie die ‘geperste, krachtige Gesangtechnik, die teilweise in Grölen und Schreien übergehen’ van de rockmuziek. Neem de tijd om naar de zanger te luisteren, met de klank van je eigen stem, je eigen stem voor je eigen zang en de klank van het publiek voor een betere prestatie. Dit vraagt om de “genezing, sterke thuistoespraak” van de Reviers zurück.
Lentzens Textexegesen zien ze door het gecombineerde boek: Vom Ruhrgebiets-Idiom über die pseudoenglishchen „Bananentexte“, die zur tigen Musik geschrieben („Herbert Grönemeyer vertont keine Texte, er textet Musik“), und die Versionen quasideutscher „Blindtexte“ bis hin sour Hymne voor het Stadion.
“Was sani, was sapi”
“De compositie van de songwriting van Herbert Grönemeyer past het beste bij de spraak- en mentale kenmerken van het Ruhrgebied”, schrijft Lentz. “Und auch die kulturelle Vielfalt – das Ruhrgebiet as ‘Vielvölkerstaat’ foundet in de Texten einen Hallraum.“ Grönemeyer zelfbst hat das 2012 in eener Leipziger Poetikvorlesung entiefendführt: Sprache sei here Signalgebung in kurzen, schroffen Sätzen, wenn die Leute zichzelf begrijpen in de schacht Müssen, je bent volledig vrij van frisse lucht en een goed thuis weg van huis. Het was ook een kwestie van tijd uit eigenbelang en solidariteit, maar ook uit volksuitdrukking: “Het moment is rijp” en “alles is anders”.
Verder is Grönemeyer zelfstandig vanuit het Engels, van de muttersprache tot de muzikale sozialisierung. Er staat immers een prachtige melodie met passende harmonieuze klanken, na alles in de studio gearrangeerd en opgenomen is het mogelijk de tekst te gebruiken, ook al is er sprake van een Engelstalige kunststijl van het Duitse annähert: “Was sani op je deur / Was sapi op je kweek / Wat zal er op je liefde zijn / De rand is waar ik wacht / De rand is waar ik plaats. Daraus wurde “Zum Meer”, zu einem Text, wie er im Booklet steht. Als je het niet leuk vindt: we hebben een aantal boekjes gehad sinds we het hebben gedrukt, dus sindsdien hebben we onze liedjes vol gehouden. Es screams nicht das gedruckte, sondern das gesungen Wort. Aber dieses Wort verguld dann, zo geheimzinnig en geheimzinnig is het toegestaan. Waar wilt u meer scheepvaartverkeer? Was het een lieve kameraad of een leuke metgezel?
Daarnaast is er nog een Grönemeyer, het leven en het land zijn bepaald, maar wie daar ook woont, wie daar ook woont. “Lächeln” en “Tanzen” waren beide kohlkritische liederen in de Achtzigern. Michael Lentz erkent in zijn eigen woorden dat hij vanwege de Ruhrpott-sozialisering hier neutraal was, een solidarisch Sensorium für Stimmungen im deutschen Osten und den Einheit. Het „Zweisprachenland“ in „Heimat“ en in „Neuland“, het „Dabeiland“ en het „Zweiland“ met zijn eigen Einsicht: „I may dieses Land / Ich mag die Menschen / Ich nicht den Staat.“ Wie zijn allemaal geweldige songwriters . auch ihm Songs, die immer schon mehr gum, als ihr Schreiber ahnt.
2018 auf “Tumult” is in “Fall der Fälle” über einen rechtse extremen Virus, der ein Volk im Volk overkwam: “Es bräunt die Wut, es dünkelt / Der kleine Mob kracht rein / Es ist die Angst, die glaubt, sauber muss es sein / Und immer brenzlig und gemein.‘ Durch solche Liederen komen voort uit het Plan, die zelf het resultaat zijn van het hele proces en de groei van een enkele Systemling-stop, evenals de artistieke talenten van de hele wereld en de resultaten van de liederen en de politiek van de politiek. , die noch sie noch mehr verachten, überlassen solle. Vanwege de absurditeit van de mensen die bij hun werk betrokken zijn, schrijft Lentz: “In de geschiedenis van de taal als invloedsmedium is er een politieke dimensie die betekenisvol is, die een weerspiegeling is van de hele omgeving. Herbert Grönemeyer studeerde de volgende dag. Seine Lieder sind ein Archiv besthender Mentalitäten.”
We hadden een geweldige ervaring, die werd gezongen en vermaakt in het Fußballstadion van de VfL „Bochum“, maar Lentz stond in de schijnwerpers als biografie, muziekstudie en zijn Schöpfers meint, toen er zum Schluss kommt: As Gesamtkunstwerk sei Grönemeyer „ gesellschaftspolitisch zie enkele seismografen Werd een leidend medium.”
Michael Lentz: Grönemeyer. S Fischer, 368 pagina’s, 28 euro