Nu ligt er vier kilometer luchtlijn tussen het gymnasium, waar ik studeer, en een enkele student aan het KZ Dachau. Tegenwoordig moet ik erover nadenken of ik tijdens de oorlog ooit een eersteklas seminar heb gehad. Omdat er bomen waren, waren we omringd door Nadelbäumen- en Bunkerruïnes, die begraven lagen achter onze bovenste rustplaats en Massengrabs. We lezen de namen van jonge NS-Opfer, voor alle joden en joden, maar ook voor queer Jugendliche en politieke gevangenen.

Ik ben bang voor de redenen voor rechts-extremisme en dergelijke AfD in Duitsland. Damit bin ich nicht allein: Laut der Jugendwahlstudie des Instituts für Generationenforschung fürchten 74 Prozent der Erstwähler in Westen en 65 Prozent der Erstwähler in Osten voor de AfD. In de Schlagzeilen domineert aber na de Wahlen in Thüringen, Saksen en Brandenburg een ander beeld van jongeren: „De jeugd heeft gelijk“, heißt es, auch auf ZEIT ONLINE. Zowel Politikerinnen als Aktivisten von Mitte-links zwaaien met unverständnis, waarbij de AfD zichzelf als „Partei der Zukunft“ bestempelt.